Met een achtstegroeper in huis staan er weer allemaal nieuwe dingen te gebeuren. Straks de musical en op kamp. Nu eerst de schoolkeuze voor het middelbaar onderwijs.
Als onderwijskundige ben ik werkzaam in het HBO en volg ik de vernieuwingen in het middelbaar onderwijs niet op de voet. Omdat in mijn eigen schooltijd het VMBO nog niet bestond en ik mij blijkbaar omring met vrienden waarvan de kinderen allemaal op de Havo of het VWO zitten ken ik het VMBO alleen uit de media. Dus toen de open dagen aanbraken waren niet alleen de verwachtingen van mijn dochter hooggespannen maar die van mij ook.
Het begon met het adviesgesprek van school. VMBO kader of gemengd. “Normaal geef ik niet zo’n tussenadvies maar ze zit er zo mooi tussenin”: zei de juf, niet wetend dat ze hierdoor de verwarring groter maakte. Want nu moesten we kijken bij VMBO scholen die kader aanbieden en gemengd. En dat bij voorkeur niet op dezelfde locatie doen maar het gemengd bij de theoretische leerweg instoppen en het dan aanbieden als TL met praktijk maar doe maar gewoon een vak minder. “Maar”, zo zeiden de drie scholen die basis en kader aanbieden, “het maakt niet uit want een goede kaderleerling kan ook naar MBO niveau vier.” Waar het niveau in de theoretische lessen verschilt is niet helemaal helder geworden.
We kiezen voor kader, want dan kan ze altijd nog opstromen wat betekent dat ze omhoog kan naar gemengd. En gemengd is meer theorie dus wordt gezien als hoger. “Maar het maakt niet uit, want op het MBO zitten ze toch weer bij elkaar in de klas.” Volgen jullie het nog? Wij waren na drie open dagen al de wanhoop nabij maar gelukkig volgden er nog twee. En open dagen zijn leuk. Iedereen is vrolijk, dochter eet koekjes want bakkerijafdeling op het VMBO, dochter haar haar wordt gestyled want kappersafdeling op het VMBO, dochter aait konijnen en maakt een bloemstukje want richting plant en dier op het VMBO. Bij de eerste twee scholen is dochter mee geweest naar de officiële voorlichting maar daarna vond ze dat ze een beter beeld kreeg door rond te lopen en zich te laten vermaken.
Bij de voorlichting vertelt een conrector of een teamleider waar de school de goed in is, waar ze trots op zijn en waarin ze zich onderscheiden. Twee van de drie scholen vertelden trots dat ze aan vakoverstijgend onderwijs doen. “Uit uw eigen schooltijd kent u dat niet maar dat betekent dat we vakken samengevoegd hebben om een onderwerp vanuit verschillende kanten te belichten.” Ho, vernieuwend? Nu hadden ze buiten dit Middenschoolkind gerekend.
Van 1981 tot 1985 doorliep ik de Leon van Gelder –Middenschool in Groningen. Bedoeld als experiment om kinderen vanuit de verschillende lagen van de bevolking samen te laten leren en later pas de keuze te (laten) maken voor het vervolgonderwijs, met als hoop dat ook kinderen uit laagopgeleide gezinnen hoger opgeleid zouden raken. Daarnaast waren er nog een tweetal kenmerken die de Middenschool typeerden. Als eerste: “Verbreding van het inhoudelijke onderwijs- en vormingsaanbod- , door een grotere spreiding van vakken en het aanbieden ‘van meer mogelijkheden tot ontplooiing van intellectuele, sociale, culturele, artistieke en technische kwaliteiten” (Veenstra, 1983, pag.15) Dit kenmerk leg ik, met de kennis van nu, uit als vakoverstijgend onderwijs en een breder aanbod. Zo hadden wij het vak Kennis der Natuur waarin een thema belicht werd vanuit de vakken biologie, natuurkunde en aardrijkskunde. Ook hadden we een vak waarin geschiedenis, economie & maatschappijleer samen was gevoegd zodat je bij de Tweede wereldoorlog niet alleen de droge feiten leerde maar ook de economische en sociale impact op de maatschappij. Veel thema’s werden projectmatig aangeboden, zodat je ook in de verschillende vakken nog steeds hetzelfde onderwerp had. Het breder aanbod vertaalde zich in muziek, beeldende vorming, algemeen technisch onderwijs, drama en koken. Fantastisch. Het tweede kenmerk was “het aanbieden van adequate mogelijkheden van onderwijsleersituaties voor individuele ontplooiing en sociale bewustwording.” (Veenstra, 1983, pag.15). Doordat er verschillende niveaus in één klas zaten werd er gedifferentieerd les gegeven, wat (helaas) ook vaak vertaald werd in: als je klaar bent kun je een ander helpen. Ik ben hier trouwens wel sociaal bewust van geworden. Maar dat was een bijeffect. De sociale bewustwording lag in het samenwerken en in de dagelijkse kringgesprekken. Het experiment van de Middenschool is officieel in 1990 stopgezet, hoewel enkele scholen (waaronder de mijne in Groningen) de principes wel heeft gehandhaafd.
Terug naar het heden. Wat de conrector vernieuwend noemde is dus niet zo vernieuwend. Vakoverstijgend onderwijs, nu in de vorm van Mens & Maatschappij (aardrijkskunde, geschiedenis en economie) en Natuur & Techniek (biologie, natuurkunde, scheikunde), wordt op het huidige VMBO aangeboden. Kinderen leren beter verbanden leggen, werken samen aan een thema en construeren hierdoor nieuwe kennis (Ivlos, 2008). Ook het projectmatig werken vinden we terug op het huidige VMBO. De drie scholen die we bezocht hebben, hebben meerdere keren per jaar een projectweek. Dit is ook de week dat de leerlingen zelf hun rapport presenteren aan hun ouders (hé, dat deden wij ook op de Middenschool).
Jammer genoeg is het keuzemoment niet echt uit te stellen op het huidige VMBO. Voor onze dochter hebben we dit opgelost door in de onderbouw te kiezen voor de oriëntatieroute waarbij ze kan koken, zorgen, lassen, hout bewerken en tekenen om zo (wat) later een goede vervolgkeuze te maken. Dit allemaal naast de theoretische vakken, het vakoverstijgend onderwijs en de beeldende vorming, sport en muziek. Helemaal zo gek nog niet, dat VMBO. Maar niet helemaal vernieuwend.
Literatuur
Ivlos docentenopleiding (2008) Artikel over vakoverstijgend onderwijs.
Leids dagblad. (13 juli 1985) Experimenten Middenschool tot 1990.
Platform onderwijs advies 2032 (2016) Hoofdlijn advies: Een voorstel.
Veenstra. E. (1983) De Nederlandse Middenschool.